
|
|
Cyclo Benelux derailleur
Een
oudje uit 1958 oid. Anders dan de naam doet
vermoeden is de derailleur
Engels (naar Frans ontwerp) maar naar
Engelse maatstaven is de
derailleur uiteraard goed en luxe! Hij
zit in ieder geval leuk in
elkaar. De kooi wordt heen en weer bewogen
door een rond asje te
verschuiven, tegen een veer in, door er met
een ketting aan te
trekken. De kooi-as
kan
dus ook draaien in de geleidebus. De veer is
een draadgewonden
schroefveer die ook de kettingspanning voor
zijn rekening neemt.
De veer wordt afgedekt door een slappe veer
uit bandstaal. De kooiveer
kun je strakker zetten door de tegenhouder
te verdraaien. De lus van
het veereinde is nog net te zien, de
gekartelde ring past over een
zeskantmoer op de derailleurbody, en je kunt
hem verdraaien door hem
iets in te drukken. De veer duwt de ketting
naar het grootse kransje,
het is dus een top-normal design. De
wieltjes zijn trouwens van staal,
kogelgelagerd en ongetwijfeld nog origineel!
|

|
|
Cyclo Benelux derailleur 2
Afstellen
is simpel. De gekartelde bus waar het
kettinkje uitkomt kun je
verdraaien, en daarmee verschuift de
geleiding en schroef je de
derailleur onder het grootste tandwiel.
Niet zo goed zichtbaar (pijl) is de schroef
waarmee je de
derailleurbody kunt verdraaien om de afstand
tussen pignon en bovenste
geleidewieltje in te stellen
Een
aanslag om niet over het kleinste tandwiel
te schakelen is er niet,
maar het is niet ongewoon om aan de
derailleur te moeten buigen om te
zorgen dat het kleinste tandwiel ueberhaupt
gehaald wordt.
|

|
|
Cyclo Benelux voorderailleur
Ook
voor treffen we een lineair design aan. Maar
met die paar tanden
verschil van de halfstep zijn de prestaties
ook niet zo kritisch. Om
voor elkaar te krijgen dat de kooi ver
genoeg naar binnen gaat los je
de klemschroef en verschuif je hem over het
asje.....
|

|
|
Cyclo Benelux voorderailleur 2
Hier
zien we het simpele krukje dat het asje naar
buiten duwt. De kooi wordt
geleid met twee ronde asjes (met eentje zou
hij net als achter kunnen
verdraaien) en op het onderste asje zit een
verstelbaar aanslagmoertje
dat de slag beperkt.
|
 |
|
Blokketting
Op
oude fietsen
kom je nog wel eens een blokketting tegen,
ook wel eens Humber ketting
genoemd. Bij de hier gefotografeerde variant
is het blok niet zo
duidelijk
meer, bij de vroege kettingen bestond de
korte schakel uit een massief
stuk. Blok plus schakel is 1" lang, dus twee
keer zo lang als een
huidige
fietsketting
|
 |
|
Chater
Lea
Oude
tandwielen
willen nog wel eens een creatief ontwerp
hebben. |
 |
|
Gelaste
frames
Dit
is een
detail van een oud Frans 650B frame. De
hoofdverbindingen in het frame
zijn autogeen gelast (en bijgevijld) ipv
gesoldeerd. |
 |
|
Gelaste
frames 2
Hetzelfde
frame,
dit zijn de achterpadden. Merk op de elegante
lijn van de wielsleuven.
De boog is een versterking in verband met de
terugtraprem. Niet dat dat
voldoende was, de achtervork is namelijk wel
zeer dun |
 |
|
Campagnolo
Cambio Corsa derailleur
Een
hele vroege
(1940-1950) derailleur, Ergopower is nog erg
ver weg! Met het bovenste
handeltje draai je de achteras los, met de
hendel eronder kun je
schakelen.
Het bovenste handeltje zit achter een veertje,
want bij een lekke band
moet het wiel er makkelijk uit kunnen. |
 |
|
Campagnolo
derailleur 2
Door
de kooi
te verdraaien en achteruit te trappen kun je
de ketting op een ander
(Regina)
kransje manouvreren. De ketting spant zich
door de schuine stand van de
padsleuf en het gewicht van de rijder. |
 |
|
Campagnolo
derailleur 3
De
as is net
als de padden voorzien van een vertanding.
Hierdoor zal het wiel niet
scheef
komen te staan en vastlopen. Als je echt
handig bent kun je schakelen
zonder
te stoppen, maar op een hobbelige weg zal dat
niet meevallen! |
 |
|
30-er
jaren racestuur
Waar
hebben
we deze vorm toch meer gezien?
(oplossing, klik hier) |
 |
|
Resilion
rem
Een
Engelse
cantilever uit de 30-er jaren. Wordt met een
beugeltje op het frame
geklemd,
en de speciale remkabel splitst om de twee
helften te kunnen bedienen
(goed
te zien in het hogere plaatje) |
 |
|
Chater
Lea balhoofdstel
Als
je alle
onderdelen voorziet van een smeermiddel kunnen
ze knap oud worden. Voor
het onderste lager zit er een links op het
frame, goed te zien op de
foto
met het stuur |
 |
|
Who
needs
STI? |
 |
|
Batavus
bracket
Het
bracket
van deze 50 jaar oude Batavus is voorzien van
een losse huls. De huls
en
de ingeschroefde cups worden met twee
stropbouten vastgeklemd. De draad
is ook apart: aan beide zijden rechtse draad,
voor zover ik kan nagaan
BSA. |

|
|
Locomotief Tour de
France ca 1962-1965
Hollandse racehistorie. Mag ik even op passen,
een originele koersfiets
uit vroeg 60-er jaren, gebouwd door Locomotief
in Amsterdam.
Originele specificatie met Campagnolo Gran
Sport derailleurs en
laagflensnaven, Titan/ Maes stuurpen en bocht,
Brooks B17 narrow,
gelaste Weinmann velgen, Robergel spaken, en
Conti 30mm banden,
Stronglight Competition cranks (170mm) en
holle as en Weinmann 500
remmen die het ook
nog doen! De Televizierploeg van Pellenaars
reed met aluminum Record
cranks en Mafac remmen, maar dit is voor die
tijd ook een keurige
specificatie.
Locomotief zou uiteindelijk in '65 overgenomen
worden door Gazelle, die
daarmee de kennis in huis kregen om de
Champion Mondials te gaan
ontwikkelen
|
 |
|
Balhoofdplaatje
|

|
|
Nervex
pro zadel- en bracketlug. De lakvernietigende
kabelclip is Engels (
Terry)
|

|
|
Nog
meer Engels: Reynolds 531 butted frametubes.
Totale fiets weegt 12.75 kg ex pedalen
74 graden //
maat 590
bovenbuis 562
drop 58mm, brackethoogte 290!
achtervork 430-450mm
sprong 55mm, naloop 43mm
|

|
|
Balhoofdlugs
uit een andere en simpeler serie dan de
bracket en zadellug! Nervex
pro's hadden een hele slordige verdikkingsring
die veel framebouwers er
standaard afslepen. Misschien hadden ze daar
bij Locomotief geen zin in
of tijd voor.
|

|
|
Vagner
vorkkroon voor de platte Reynolds scheden,
gemodificeerd met zo
te zien een autogeen gelaste verlenging aan de
binnenzijde
|

|
|
De
30mm brede Conti's vallen dik en hoog uit, en
dan nog zat ruimte voor
spatborden. De oogjes zijn er ook
|

|
|
Gran sport
voorderailleur', tot 67
hadden ze allemaal nog zo'n steun voor de -
niet beklede-
buitenkabel. Geleiders op het bracket
(al dan niet met
klembeugel) bestonden nog niet. De
schroefjes en de veren zijn nog niet
verroest, iemand heeft alle jaren heel goed
op de fiets gepast!
Schakelt
50 en 47
tands (halfstep) aluminium bladen van
het franse Simplex-geen
familie (De
Nederlandse Simplex fabriek had Locomotief
overgenomen)
Achter is
een blokje
met 14-16-18-20 en 22 gemonteerd. Maar voor
de bergetappes, de Gran
Sport achter kan een 26 hebben!
|

|
|
Fongers-Rih (1968)
Voor
Fongers
door Batavus werd overgenomen (1972) hadden
ze een deal met Bustraan in
Amsterdam om aan de Hereweg sportfietsen te
fabriceren onder de naam
Rih. Later kwamen er ook de eenvoudiger
koersfietsen bij, en er was
zelfs een Fongers-Rih ploeg. Een Fongers
-Rih heeft het framenummer op
de onderste balhoofdlug ingeslagen, dit is
159H. Afmontage is
niet origineel, maar het kaarsmodel
zadelpen , de Weinmann remmen
en het Titan-Rik van Steenbergen stuur en
stuurpen zal nog wel kloppen.
|