Fixie bouwen (1)
(c) m.s.gerritsen 2008, 2009

Stap 1 : zoek een donor
De traditie wil dat je je eerste fixie zelf bouwt op basis van een oude racefiets. Niet onverstandig, want als je niet zeker weet of je fixed rijden leuk vindt hoeft het geen vreselijk kapitaal te kosten. Het is bovendien een prima project om de sleutelvaardigheden mee op pijl te brengen. Het begint dus met het zoeken naar een basis, en dat is een zo mogelijk nog complete en nog bruikbare racefiets van zolder. Mijn voorkeur gaat uit naar een 70-80 er jaren racefiets met tubewielen. Tubes plakken is niet ieders hobby, dus hebben die fietsen meestal weinig kilometers en zijn ze niet verkloot. Fietsen om naar op zoek te gaan zijn de Gazelles Champion Mondial, de Batavussen Competion, Rih's, Zieleman of de eerste Koga's, misschien Italianen  en andere fietsen van dat stramien. Vermijdt Franse fietsen tenzij je zeker van je zaak bent, het risico op vreselijke schoefdraadsoorten en afwijkende diameters is levensgroot.

Laten we dus eerst eens kijken wat er te koop is en waar je op moet letten.

champion mondial
Een echte Gazelle, zo uit de folder!

Het frame
Zoals bij iedere fiets moet ook de fixie de juiste maat hebben. Kijk niet alleen naar de hoogte maar ook naar de lengte van de bovenbuis, want die wil bij oude frames nog wel eens korter uitvallen dan we nu gewend zijn. Het gelugde frame moet vrij zijn van diepe deuken, rimpels (zoals onderkinnen achter het balhoofd),  scheuren, de balhoofdbuis moet niet uitgeslagen zijn (dus de cups moeten vast zitten en er niet vanzelf uitvallen) de vork moet nog recht zijn en het frame gevrijwaard van overmatige roest. Dikke gesmede horizontale padden zijn een must als je wat leuks zoekt, iets met blikken padden (en een los derailleuroor) was in de 70- en 80-er jaren ook al bagger.

horizontale
          padden
Gesmede horizontale padden (controleer de rechterpad wel op scheurtjes)

Een Reynolds 531 of Columbus sticker is natuurlijk mooi, maar meten is beter: meet de dikte van de zadelpen met een schuifmaat: 27.2mm is prima, 27.0mm duidt op een extra stijf frame (Columbus SP etc), 26.8 of nog dunner is meestal al een mindere kwaliteit buis.

Controleer of de zadelpen en de stuurpen nog willen draaien (boutje lossen, stuurpen ev nog een klap op de bout om de conus te lossen) en niet muurvast zijn gerot. Destructief krijg je ze er altijd wel uit, maar het is veel -duur- werk. En je bent je klassieke zadel- of stuurpen kwijt.
In deze jaren kom je ook al de eerste aluminium Alan's (ev met stickers van iemand anders)  tegen. Hardstikke leuk natuurlijk zo'n originele zwabberhaas, maar hou er rekening mee dat de originele lijm vroeger ook al losliet, zeker in de grote maten.
Frames uit deze tijd kunnen gebouwd zijn voor ''normale remmen, ie remhoeven van 57mm hoog. Daar passen dus lekker dikke banden in, of zelfs een spatbordje, maar aan die moderne rem met maximaal  47mm heb je dan niks. Vaak zitten er middenoptrekremmen (Mafacs, Weinmann etc) op.

De afmontage.
Een racefiets werd afgemonteerd met een onderdelengroep bestaande uit naven, crankstel, derailleurs en remmen. Afhankelijk van de groep en de portomonnaie kwamen daar ook nog een zadelpen, balhoofdstel, pedalen en stuurpen van het zelfde merk bij. Namen uit die tijd  zijn:
Campagnolo:  het echte Campagnolo werk uit die tijd (Super) Record & GranSport is van 'zo-maken-ze-het-niet-meer'kwaliteit,  maar de crankstellen met drie pootjes zijn voor de verzamelaars. Valentino derailleurs worden steeds meer waard.......... door de stijgende schrootprijzen!
Suntour: de Superbe pro groep is beeldschoon, maar daaronder was er ook prima spul
Shimano: Dura-Ace is niks mis mee, 600 (-ultegra) is ook OK. Wat je niet wil is AX met niet-standaard joekels van pedaalogen of de 10mm steek baanserie: die zijn voor verzamelaars.
Miche: leek aardig, vooral als je geen geld had
Universal: Goedkopere remmen voor als een volledige Campagroep te duur was, of nog uit de tijd dat Tullio nog niet aan remmen deed. Leuk, maar je moet ze niet bijbuigen.
Zeus: Spaanse tegenhanger van Campagnolo, meestal net even anders en minder degelijk. Heel veel Gazelles hadden een Zeus balhoofdstel, dat was wel aardig met hele dikke kogels. De gouden crankstellen met grote uitgefreesde sleuven gingen uiteraard stuk. De Kewlfactor is echter hoog;)
Stronglight: zal je zelden op een niet Franse racefiets aantreffen muv de balhoofdstellen , de crankstellen kunnen hele rare boutcirkels hebben
Nervar: nog meer rare crankstellen uit Frankrijk
Lyotard: pedalen en toeclips, ook Frans maar iha goed spul
Mafac: middenoptrekremmen, hadden geen status, maar remden altijd al wel. Koolstop maakt er weer remblokken voor
Sugino: =crankstellen: had een breed programma van perfecte Campa kopie tot errug vreselijk met aangeklonken tandwielen (Sugino Maxi)
Cinelli: de norm in sturen en stuurpennen,  kijk wel uit als je Cinelli mixed met andere aanbieders, want de norm (stuurdiameter) was wel specifiek
Huret: allemaal Franse onderdelen die je op je fixie gelukkig niet nodig hebt. Niet iets wat je op een goed frame schroefde (het echte spul zoals Duopar titanium of de Jubilee zag je hier nooit)
Simplex: verkochten zoveel dramatisch slechte derailleurs in kunststof dat niemand wou geloven dat ze ook nog betere modellen hadden. Bleek geen duurzaam business model ;).
Mavic: kwaliteits naven met machinelagers en velgen die -toen nog wel- heel bleven. In de 90 jaren ook nog derailleurs en crankstellen in prachtig design
Weinmann: voornamelijk remmen, het topklase spul is zeldzaam, het middle of the road spul zat overal op
Altenburger: ook voornamelijk remmen maar ook wel naven.
Normandy: Franse naven voor Franse fietsen. Fransen deden niet aan officiele groepen, die kochten gewoon alleen in Frankrijk. Een Italiaanse fiets had dus een afmontage van Campa (met ev Universal remmen),  een Franse velo had Lyotard pedalen, Nervar crankstel, Simplex derailleurs, Normandy naven, Wolber velgen, Stronglight balhoofd, Sedis ketting, Robergel spaken, Michelin banden,  Mafac remmen, Ideale zadel, Atax stuurpen en een inkoopafdeling die helemaal gek werd!

De goede crankstellen uit die tijd  (va ~'69) hebben een 144mm boutcirkel zodat het kleinst mogelijke blad een 42T is (152mm steek is nog ouder). Als je een vent was monteerde je een 44 als kleinste, maar vind je een hele oude racefiets met 2 x 4 versnellingen dan is een 52-48 ook niet raar!  42 of 44 is geen gekke maat om mee te beginnen op een fixie, en vaak zijn de bladen nog prima maar anders zijn voor de 144mm steekcirkel nieuwe bladen ook nog steeds leverbaar (TA, Gebhart). Trapassen uit deze tijd kunnen gewoon uit elkaar. Wel heb je daarvoor wat gereedschap nodig: crankboutsleutel, cranktrekker (zolang je geen Frans crankstel hebt passen moderne trekkers nog steeds) haaksleutel en pensleutel. In geval van nood kun je de laatste twee misschien vervangen door een hamer en drevel, geduld en handigheid. Als het moet past een modern crankstel ook.

Oude naven uit die tijd zijn eigenlijk altijd 36 gaats.  Vaak nog hoogflens, maar laagflens komt ook voor. De betere naven hebben een naafhuis uit een stuk en een gepolijste finish. De eerste cassettenaven beginnen zo rond '82 op de markt te komen, maar daar heb je voor je fixie-project niets aan. Een naaf met schroefpignon kun je wel gebruiken met een baankransje. Om zo'n naaf met cup en conuslagers te kunnen demonteren en smeren heb je platte conussleutels nodig.

Heb je een wiel met tubevelgen dan kun je de wielen het beste overspaken naar draadvelgen. Heeft de fiets draadvelgen dan moet er een groef in de velgrand zitten om een moderne hogedruk band op zijn plaats te kunnen houden.  En let bij draadbanden op de velgdiameter: een 27"(630mm) band is nog wel te vinden, maar velgen wordt lastig. Meestal kun je met het afstellen van de remblokjes overgaan op de nu gebruikelijke 700C (622mm )
tubevelgdraadvelg
links tubevelg met kit resten, rechts eenvoudige velg met groef voor draadbanden

Balhoofdstel: Zijn nog steeds nieuw leverbaar met schroefdraad, maar het moet gek lopen als het oude niet met nieuw vet en kogels te redden is.
Zadel: klassieke kunststof zadels vind ik vreselijk zitten (heel erg rond) , maar je kunt mazzel hebben. Modernere zadels passen ook.
Zadelpen: klassieke 2-bouts zadelpennen zijn vaak prima. Maar ze zijn wel kort, dus je kunt ze niet ver uit het frame trekken.
Rem: een voorrem op een fixie is een must. De originele doet het vast wel met nieuwe blokjes. Nieuwe rubber voor de greep is moeilijker om aan te komen, moderne reproductie rubbers zullen vaak duurder zijn dan complete nieuwe moderne grepen. Aerogrepen remmen bovendien beter als je het greephuis vasthoudt, omdat het draaipunt op een betere plek zit.
Pedalen: ik zou moderne klik pedalen op de fixie zetten. Dan heb je meer grondspeling in de bocht (je blijft immers doortrappen) en een keer per ongeluk ophouden met trappen doet ook niet zo zeer. Wil je toch gewone pedalen kies ze dan zo smal mogelijk, met dikke BMX beartrap pedalen hang je zo in een lantarenpaal.





Deel II: de fiets strippen