Als je met de fiets op vakantie wilt heb je
een daarvoor ge-eigend vervoermiddel nodig. Ervaren
vakantiefietsers hebben vaak een speciaal ge- of verbouwde
randonneur of een specifieke vakantiefiets, maar voor de
beginner is dat toch wat overdreven. Want voor de eerste
vakanties zal het materiaalbudget bescheiden zijn (naast fiets
moet er nog wel meer aangeschaft worden), en wie zegt dat het
op deze wijze vakantie houden bevalt. Bovendien weet je met
wat ervaring veel beter wat je echt verwacht van je fiets en
hoeveel off-road je in je vakantie wil stoppen.
Het is dus niet raar om te proberen met
een beperkt budget je huidige fiets (of een bruikbaar
tweedehandsje in de goede maat) aan te passen, hoewel niet
alle fietsen even geschikt zijn. Een vakantiefiets heeft
minimaal twee remmen en een aantal versnellingen, dus
Hollandse fietsen vallen af. Op een terugtraprem kun je in de
heuvels al gauw een ei bakken (wat in vliegende vaart lastig
is) en trommelremmen/rollerbrakes raken ook makkelijk
oververhit.
Wel voor ombouw in aanmerking komen
grofweg racefietsen, hybrides en ATB's.
Racefiets
Voor een snelle vakantie op goede wegen
kun je overwegen een racefiets te gebruiken. De nadelen waar
je dan tegen aan loopt zijn de beperkte bagagemogelijkheid
(vaak ontbreken oogjes voor de drager en de achtervork is
kort), de smalle banden, en het te hoge verzet. Maar doe je
hotels of ga je met zijn tweeen (dan vervoer je per persoon
maar een halve tent en een halve keukenuitrusting) dan is een
aangepaste racefiets het overwegen waard.
Moderne raceframes hebben geen
spatbordoogjes, zodat het lastig is een bagagedrager aan het
frame vast te maken. Veel uitvaleinden van klassieke stalen
racefietsen hebben echter een driehoekig gat waar speciale
bout-setjes in passen (oa Blackburn, maar helaas al heel lang
niet meer gezien) wat een betere oplossing is dan de
dragerpoten met blikken klemmetjes om de staande achtervork te
fabrieken.
Achterpad met driehoegig gat, opgevuld met boutje-ringetje..
Aluminium fietsen hebben soms hele dikke
padden waar de fabrikant vergeten is de gaatjes in te
boren. Dat kun je dan alsnog -laten- doen. Boven bij de
rem moet je óf toch buisklemmetjes toepassen, óf een drager
kiezen die met een enkele bevestiging naar de bout van de rem
gaat. Zoek in ieder geval een gelaste drager uit zonder
draaipunten en met twee of meer poten per kant, want die heeft
stabiliteit van zich zelf. En dan heb je meer speelruimte met
de niet optimale bevestiging. Carbon frames zijn nog verder
geevolueerd en zijn nog minder geschikt als lastdier.
Uitzondering zijn misschien de cyclecross en de gravelbike
varianten, moderne racefietsen die weer flink aanleunen tegen
de eigenschappen van oude racefietsen, uit de tijd dat de weg
altijd vol kuilen zat!. Andere opties: er zijn dragers die je
onder vast zet met een extra lange snelspanner (wel eerst
proberen op je frame of het past), en vanuit de bikepacking
hoek zijn er stuurtassen, frametassen en bagagestaarten.
De klassieke Engelse zadeltas kan ook, maar de bagage dwars is
minder handzaam dan in de lengte. Dragers die alleen aan
de zadelpen vastzitten bestaan, bruikbare varianten ben ik nog
niet tegengekomen. Een klein rugzakje kan wel, maar als je de
hele dag kilo's op je rug meesleept ga je dat wel voelen, ook
op je zitvlak!
Heb je op de voorvork geen
spatbordoogjes dan zou ik geen voordrager aanraden. Een
voordrager die alleen maar met klemmetjes vastzit en daarom
misschien in de spaken slaat is een te groot risico.
(uitzondering hierop specialistiche dragers zoals de Limpet of
die van Old Man Mountain of Thule
Monteer achter de breedste band die nog
past. Kritiek is meestal de bandhoogte, die met de breedte ook
toeneemt. Aan full-size spatborden hoef je al helemaal niet te
denken, maar zelfs dan is 25 of 28 mm al gauw het grootste wat
je door de rem heen krijgt. Je zult dus extra voorzichtig door
kuilen moeten rijden, omdat je een grotere kans op stootlekken
houdt. Een dikkere band voor is om het veercomfort natuurlijk
prettig, maar technisch minder noodzakelijk. Met standaard
wielen (i.e. 36 spaaks-cassettenaaf) kom je een heel eind,
mits de velg redelijk is en de spaken nog strak staan. Maar
neem voor de zekerheid toch maar reservespaken mee.
Een raceverzet is onbruikbaar op vakantie,
want de eerste versnelling is nog veel te hoog voor alle
bagage. Optimaal is het crankstel te vervangen door een drievoudig exemplaar, maar de daarbij
benodigde nieuwe voorderailleur en eventuele schakelgreep
drijven de kosten hoog op. Voordeliger is het om het standaard
crankstel te handhaven (monteer wel het kleinst mogelijke
binnenblad, tegenwoordig meestal 39 tands, vroeger 42) en de
achtertandwieltjes te vergroten. Met de standaard
racederailleur met korte kooi kun je dan tot 28 gaan, maar
investeer je in een ATB-derailleur dan is 34 de grens. (bij de
10-en 11 sp groepen wordt de bovengrens flink opgerekt, en er
zijn ook racederailleurs met middellange kooi) Maar met het
normale 52 tands buitenblad zijn kleine (11 tands) kransjes
zoals Shimano in de sommige megarange cassettes levert
overbodig, tenzij je ver boven de 75 km/h nog denkt mee te
moeten trappen. Bij veel courante racefietsen kun je het
crankstel vervangen door een compact crankstel, een crankstel
met een kleinere boutcirkel waar een kleiner binnenblad op
past, bv de combinatie 34-50. Nog kleiner zou leuk zijn,
maar dan kom je niet meer uit met de voorderailleur en wordt
het ingewikkeld. Heeft de fiets 2 x 10 of nog meer
versnellingen, dan is het vervangen van de achterderailleur
ook niet meer triviaal, omdat de shift-ratio's van de
derailleurs de laatste jaren flink veranderd zijn, zodat je
niet alles meer door elkaar kunt mixen.
Kostenraming (van overjarige racefiets met Shimano afmontage en scherp inkopen)
Drager (Blackburn kloon) | € 25 |
Achterband (binnen en buiten) | € 25 |
39 tands blad, ketting en 7v 13-30 cassette | € 50.00 |
ATB derailleur | € 30 |
ATB & Hybrides
Technisch is er weinig verschil tussen een
ATB en een hybride. Klassieke ATB's hebben doorgaans 559
mm (26") wielen, nieuwe 29'ers 622mm velgen, en een hybride
ook 622mm (28") maar met minder brede banden. Hybrides zullen
vaker geleverd worden met spatborden, verlichting en dragers.
Het voordeel van de ATB is dat er
standaard al een heleboel lage versnellingen aan boord zijn,
en dat het bevestigen van bagagedragers op de meeste
oudereTaiwan frames ook geen probleem is. Aan de minkant staat
het rechte stuur (ik geef onmiddelijk toe dat ik
bevooroordeeld ben), ongeschikte banden, en als de fiets in
het terrein gebruikt is vaak veel slijtage.
Bagagedragers op een ongeveerde mid-range
ATB vormen meestal geen probleem. Heb je een ongeveerde
voorvork dan waren die vaak al voorzien van lowriderbusjes
halverwege de voorvork, zodat ook het monteren van de
voordrager geen problemen op hoeft te leveren. Heb je wel
voorvering, dan wordt het moeilijker. Je kunt dan of de vork
vervangen door een vaste (scheelt gewicht en gerammel, en echt
veren doet dat 'knakenspul' toch niet) of op zoek gaan naar
een drager die speciaal voor geveerde vorken is bedoeld.
Andere opties: minder meesjouwen of een bikepacking oplossing
met een flinke rol aan het stuur geknoopt.
Kostenraming (Minimumprijzen v ATB met
Shimano afmontage)
Achterdrager (Blackburn kloon, zoals Bor Yeuh etc) | € 25 |
Voordrager | € 25 |
Nieuwe banden (2* buiten) | € 40 |
Bar-ends | € 12.50 |
Schoenen
Fietsschoenen hebben een harde zool die de
druk over de voetbeentjes verdeelt, en zijn dus zeer aan te
raden. Bovendien zijn de meeste soorten te combineren met een
klik-pedaal. Je kunt dan op steile heuvels ook trekken, en
bovendien schieten je vermoeide voeten niet van de
pedalen. Klikpedalen zijn er in twee hoofdgroepen, race
en atb. Racepedalen zijn per definite minder geschikt voor
vakantie omdat de schoenplaatjes uitsteken, waardoor je op je
hakken loopt en de halve supermarkt doorglijdt. ATB schoenen
hebben een verzonken plaatje met een normale zool, en dat
fietst (of als dat niet meer gaat duwt) een stuk efficienter.
Er zijn ook ATB-pedalen met een combinatie van kooi en
kliksysteem, zodat je met schoenplaatjes, maar ook met gewone
schoenen kunt fietsen. Nadeel hiervan is dat je aldoor naar de
goeie kant zit te vissen, wat op een zware vakantiefiets met
tassen achterop kan tegenvallen. Bij Shimano mtb pedalen zijn
ook losse plastic kooien verkrijgbaar, als je incidenteel met
gewone schoenen wilt fietsen. Je moet dan zoeken naar een
reflectorset, want ze worden gemaakt omdat je in sommige
markten geen fietsen zonder pedaalreflector mag verkopen. Er
zijn ook platte mtb pedalen zonder kliksysteem, in combinatie
met schoenen met stroeve zolen (bv Five-ten, maar die blijven
heel lang nat) werkt dat ook prima. Wel zijn de pedalen met
spikes funest voor je schenen!
Licht
Zit er geen licht op de fiets, schroef het
er dan voor de vakantie ook niet op. Met een LED-achterlicht
op batterijen, en een zaklamp aan je helm of stuur geknoopt
kom je ook door die donkere tunnels heen. Met een losse
zaklamp kun je bovendien kaart en wegwijzers lezen.
Versnellingen
Vakantiefietsen hebben veel lage
versnellingen, om met al die kilo's achterop toch boven te
kunnen komen. Bij de keuze van het verzet moet je je bovendien
realiseren dat op fietsvakantie de combinatie van slechte
benen, tegenwind en lege maag niet uit te sluiten valt. Het
psychologische voordeel van nog een 'versnelling over' hebben
moet dan ook niet onderschat worden. Hieronder een subjectief
lijstje wat je zo ongeveer minimaal nodig hebt aan eerste
versnelling (kleinste voortandwiel-grootse achtertandwiel):
Noord Duitsland, Denemarken | 42-26 |
Vlaanderen, West Frankrijk, Polen | 39-28 |
Alpen,Ardennen, Engeland, Schotland | 28-28 |
Wales, Lakedistrict | 24-28 |
Let wel: dit is een minimum voor een jonge, fitte
& sportieve fietser, en voor op de weg met een lichte
uitrusting. Ga je onverhard dan mag het zeker nog een stuk
lager. En ga er maar vanuit dat een nog lagere versnelling dan
je hebt altijd van pas komt, en dat je je hoogste versnelling
prima kunt missen! Dus koop je de fiets nieuw dan vervalt het
ombouwen met alle limitaties, en ga je gelijk een stuk lager
zitten
Testen
Ga voor je aan je grote trip begint een weekendje op pad met
alles wat je denkt mee te moeten nemen. Dan kun je proberen of
er met de fiets te fietsen valt, kom je er achter of de
gewichtsverdeling een beetje klopt en of je geen vitale spullen
mist!
Road craft
Je hebt je fiets in orde en alle
spullen er aan gehangen klaar voor het avontuur. Want als je
nog nooit op fietsvakantie geweest bent gaat het een avontuur
worden, of in ieder geval een leerzame ervaring. Want je moet
leren wat je fysiek en mentaal aankan, je moet leren wat je
kunt eten en hoe je er aan komt, je moet leren hoe je een
handige route kiest en hoe je aan het eind van de fietsdag
efficient kamp opslaat, eten kookt en de volgende dag weer
zonder drama op pad kunt met nieuwe energie, een plan voor die
dag en zonder dat alles kwijt of onvindbaar is. Want ook al
fiets je een route uit een boekje na, je zal toch wel een keer
verkeerd rijden, of om moeten rijden voor een vitale winkel,
bosbrand of ingezakte brug.
Eten: vakantie fietsen is een
gestructureerde eetstoornis, en een van de risico's is dat als
je weer thuis bent je door blijft vreten. Onderweg is het
probleem meer hoe je eten vindt dat je in voldoende
hoeveelheid weg kunt krijgen. Je moet dus weten waar je
winkels vindt. Zo is Noord Frankrijk leeg en de Hyper marche's
zijn daar dun gezaaid, en in de VS ga je op het platteland
geen fatsoenlijk brood vinden. Openingstijden (middagpauze?)
kunnen ook een verrassing zijn. Drinken is ook niet
vanzelfsprekend, je moet niet zoveel water drinken dat je
klotst, maar uitdrogen werkt ook niet. Als het heet is ga je
een hoop water nodig hebben, soms is er een kraan op het
kerkhof of 'eau potable' uit een openbare bron . Zorg in ieder
geval voor een uitgebreide avondmaaltijd ipv bier&chips,
want daar fiets je de volgende dag op.
Route: Vermijd de grote metropolen,
tenzij je een goede fietsroute op de GPS hebt. Ze kosten te
veel tijd en ergenis, er ruim omheen fietsen is vast
ontspannender. Bij kleinere steden wil de tactiek van bordjes
negeren (die gaan over de ringweg) en de grootste kerktoren in
het vizier houden tot je in het centrum bent wel werken. Op
het centrale plein zijn de terrassen het duurst, iets
doorrijden kan veel schelen. In bergachtige gebieden gaan alle
wegen en de rivier door het dal. Vaak zijn er dan twee wegen,
de hoofdader aan de ene kant van de rivier, en de rustige oude
weg aan de overkant, die wel meer korte klimmen heeft, maar
veel fijner fietst.
Inpakken: Zorg voor een duidelijke
systematiek in hoe je alles over de tassen verdeeld. Als je
weet hoe je alles wil hebben kun je alles snel terugvinden,
weet je ook direct of je wat aan het vergeten bent, en kun je
al veel inpakken tijdens het ontbijt. Hoe sneller je op pad
bent, des te meer kilometers kun je maken voor het echt heet
wordt. Minder meenemen helpt ook fantastisch, het fietst
makkelijker, en je bent ook geen tijd kwijt aan het in en
uitpakken van alles wat je thuis hebt gelaten. Een vaste
inpakvolgorde helpt ook om droog en nat uit elkaar te houden
en om het gewicht links-rechts gelijk verdeeld te
houden.
Op weg eenmaal op weg moet je op een
goede manier met je krachten omgaan. Als je vers bent is het
verleidelijk om er flink in te vliegen, maar als je aan het
eind van de dag of de volgende dag kapot zit gaat de lol er
wel af. Zeker als je er ook nog lichamelijke ongemakken als
kleine blessures aan overhoudt. Met een berg beklimmen gaat
het vergelijkbaar. Begin gewoon rustig, blijf eten en drinken
en draai je niet over de kop. Want als je denkt dat je er bent
liggen er om de hoek nog wel weer een paar haarspelden
;) Je kunt ook af en toe stoppen, maar pauzeer niet te
lang, want dan kom je niet meer op gang.
Apres velo: s'Avonds op de camping (of
hotel etc) heb je ook nog een programma: tent opzetten en
kampement inrichten, douchen en spullen uitspoelen
(persoonlijke hygiene van het zitvlak is belangrijk!),
eten, kleine reparaties verrichten en een routeplan maken voor
de volgende dag. Duik niet koud de slaapzak in, dan wordt je
maar moeilijk warm, kun je beter nog even een avondwandeling
maken, dat is ook prima voor het herstel. Heen en weer naar de
kroeg voor een biertje 'ticks all the boxes'
Dagroutine: Mijn
typische dagroutine op reis zal na het bovenstaande al
redelijk duidelijk zijn. Opstaan, toilet maken en water halen,
koffie zetten en ontbijt maken, en ondertussen al de slaapzak
oprollen en de tent leeghalen etc. Na het ontbijt servies
spoelen en de keukentas inpakken, tent afbreken en op pad.
Eerste zoektocht is een bakker oid voor de rest van het
ontbijt (of het hele ontbijt, leve het Stehcafe) en
calorien voor de rest van de dag. Onderweg misschien een
terrasje, en aan het eind van de fietsdag probeer je een
winkel te vinden voor het avondeten etc zodat je dat niet de
hele dag hoeft mee te slepen in een hete tas. Rinse-repeat. Ik
reken voor zo'n dag met ca 13km/h gemiddeld, dus inclusief
pauzes,
En deze tips van 100 jaar geleden (Pauld e Vivie/Velocio)zijn nog steeds redelijk actueel:
- stop kort en niet te vaak
- eet voor je honger krijgt, drink voor je dorst krijgt
- wordt niet te moe om nog te kunnen eten of slapen
- trek een laag aan voor je het koud krijgt, doe een laag uit
voor je het te heet krijgt
- gebruik geen wijn, vlees of tabak tijdens de rit
- rij binnen je kunnen, zeker het eerste uur
- wees geen show off
Extra
leesvoer: Willem Jongman over fietsvakanties